Een avond over de kunst van het rouwen.
Wat betekent het als je als kind een ouder verliest op jonge leeftijd. Ben je als kind wel in staat om te rouwen? En in wat voor vormen komt dit verlies in je volwassen leven terug?
Aan de hand van de roman Zonder slaap ben ik het noodlot voor van debutant Mirthe Frese, gaan schrijver Aaf Brandt Corstius, de Vlaamse rouwexpert Uus Knops en theoloog Rikko Voorberg in gesprek over de impact en verbeeldingskracht van rouw. Hoe vind je een (beeld)taal voor verlies, in een samenleving waar weinig woorden lijken te zijn voor verlies en rouw?
Over Zonder slaap ben ik het noodlot voor
Vannacht blijf ik op, doorwaak ik de uren, totdat de zon opkomt en Sam precies 9 jaar en 178 dagen oud is. Zodat ik zeker weet dat hij een kind met een moeder is, een moeder die nog leeft.
Uit Zonder slaap ben ik het noodlot voor
Terwijl haar gezin slaapt, houdt een moeder zich wakker, uit angst voor een herhaling van het lot. Wat aanvankelijk niet meer is dan het doorwaken van de nacht, verandert in een dwaling door nachtelijk Amsterdam. Een ondergrondse tattooshop, een gesloten jazz café en een eenzame steen in het Namenmonument brengen haar uiteindelijk bij de plek die ze zo lang heeft ontlopen.
Hoe kun je erop vertrouwen dat het verleden zich niet in jou herhaalt en hoeveel zeggenschap heb je in het leven om je eigen keuzes te maken?